Home » Publiekssamenvatting

Publiekssamenvatting

Dit advies gaat over de veiligheid van de gebouwen die buiten de scope van de versterkingsoperatie in het Groningse aardbevingsgebied vallen. Is het voldoende aannemelijk dat die gebouwen aan de veiligheidsnorm (hierna: Meijdam-norm) voldoen? En, als dit niet zo is, hoe kunnen eventuele risicovolle gebouwen buiten de scope in beeld worden gebracht? Met deze vragen is het ACVG in het najaar van 2021 aan de slag gegaan. 

Welke gebouwen vallen buiten de scope?

Voordat wij op deze vragen antwoord geven, is het goed om te weten wat wij precies bedoelen met ‘gebouwen buiten de scope van de versterkingsoperatie’.

De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) beoordeelt of gebouwen in het aardbevingsgebied versterkt moeten worden. Als zij niet aan de Meijdam-norm voldoen, zorgt de NCG voor de versterking. In de werkvoorraad van de NCG zitten 27.181 adressen (peildatum: 30 juni 2022). Dit aantal is overigens niet hetzelfde als het aantal gebouwen: in één gebouw kunnen er namelijk meerdere adressen zijn.

De werkvoorraad van de NCG is in de afgelopen jaren opgebouwd en noemen wij ‘de scope’. Niet alle gebouwen in het Groningse aardbevingsgebied zitten hierin. Dat zijn de gebouwen buiten de scope. Die worden dus niet beoordeeld en niet versterkt. De vraag is of deze gebouwen terecht niet in de scope zitten. En, als het antwoord ‘nee’ is, hoe de mogelijke risicovolle gebouwen alsnog gevonden kunnen worden.   

Wat zijn onze conclusies?

Geen reden tot grote zorgen

Na uitvoerig onderzoek zijn wij tot de conclusie gekomen dat de meest risicovolle gebouwen al in de scope zitten en dus niet buiten de scope vallen. Bij de opbouw van de scope heeft de veiligheid centraal gestaan. Ook heeft men gebruikgemaakt van de beste, beschikbare kennis over de sterkte van gebouwen. Door de jaren heen hebben de NCG en de lokale overheden de scope verder aangevuld; dit heeft voor een stevig fundament gezorgd. Het ACVG vindt dan ook dat de huidige versterkingsoperatie met volle kracht moet worden voortgezet.

Wat ook een geruststelling is: bij gebouwen buiten de scope is er nauwelijks kans op ‘in-het-vlak’ bezwijken van wanden. Bij deze vorm van bezwijken kan een gebouw volledig instorten. Gebouwen die dit risico lopen, moeten vaak zwaar worden versterkt en soms opnieuw worden gebouwd. Op basis van de huidige inzichten in de afnemende seismische dreiging, als gevolg van de afbouw van de gaswinning, is dat bij gebouwen buiten de scope niet nodig.

Gebouwen met een aantal specifieke kenmerken mogelijk onterecht buiten de scope

Tegelijkertijd concluderen wij dat het niet aannemelijk is dat alle gebouwen buiten de scope voldoende veilig zijn. Uit ons onderzoek blijkt namelijk dat er gebouwen buiten de scope zijn – met een bepaald type metselwerkwand of rookkanaal – die mogelijk kwetsbaar zijn bij een aardbeving. En ook dat er gebouwen zijn die in de loop van de tijd verzwakt zijn door schade of een verbouwing en hierdoor kwetsbaar kunnen zijn geworden als zich een aardbeving voordoet. 

Bij de interne rookkanalen gaat het om twee specifieke types die niet vaak voorkomen: zeer slanke en hoge rookkanalen of rookkanalen die over een grote afstand (meer dan vijf meter) schuin zijn opgetrokken en daarbij onvoldoende worden gesteund. Gebouwen met het specifieke type metselwerkwand zullen relatief vaker voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn topgevels van gebouwen in metselwerk met geringe steun van (of een matige verbinding met) de houten kapconstructie, relatief hoge scheidingswanden in hallen of buitenwanden bij vides. Bij verzwakking door schade gaat het bijvoorbeeld om een wand die is losgescheurd van een andere wand of om corrosie die de verbinding tussen hout en metselwerk heeft aangetast. Een verbouwing kan een gebouw kwetsbaar maken, als er bijvoorbeeld een dragende muur is verwijderd.

In de hierboven beschreven gebouwen zou lokaal een wand of ander element kunnen bezwijken. Als daarbij een dragend element in de val wordt meegenomen, kunnen ook andere gedeelten van het gebouw instorten. In deze gevallen gaat het om ‘uit-het-vlak’ bezwijken. Om dit te voorkomen, zijn minder ingrijpende versterkingsmaatregelen nodig.

De specifieke kenmerken die wij noemen zijn niet vastgelegd in de databases die zijn gebruikt om te bepalen welke gebouwen in de werkvoorraad van de NCG worden opgenomen. Een deel van deze gebouwen is alsnog opgemerkt via het Loket Opname op Verzoek (LOOV) of na een melding van een Acuut Onveilige Situatie (AOS). Een ander deel is tot nu toe mogelijk buiten beeld gebleven.

Gebouwen waarvan het voldoende aannemelijk is dat ze aan de Meijdam-norm voldoen

Dat wil niet zeggen dat iedereen buiten de scope zich nu moet afvragen of zijn huis niet op norm is. Wij vinden het voldoende aannemelijk dat een gebouw buiten de scope – ongeacht de locatie – aan de Meijdam-norm voldoet, als het niet een van de genoemde, specifieke metselwerkwanden of rookkanalen heeft en de constructie niet is verzwakt door een verbouwing of schade. Die huizen hoeven niet aan de scope te worden toegevoegd om de veiligheid te toetsen. 

Ook als het gebouw wél zo’n metselwerkwand of rookkanaal heeft, maar niet in de kern van het aardbevingsgebied staat, verwachten wij vooralsnog dat het aan de norm voldoet. De voorlopige grens die wij daarvoor in ons advies noemen, is de ‘0,1g PGA-contour’. Wij maken wel een voorbehoud: aan de hand van de praktijk moet worden onderzocht of deze grens kan worden gehandhaafd.

Mogelijk risicovolle gebouwen alsnog in beeld krijgen

Ons beeld van wat resteert buiten de scope is, zowel in aantal als in risico, van een aanmerkelijk andere en kleinere orde dan de aantallen gebouwen en daarbij benodigde versterkingsmaatregelen in de huidige scope. De werkzaamheden aan de huidige scope moeten dan ook onverminderd doorgaan en prioriteit hebben. De conclusies en aanbevelingen in dit rapport om de resterende gebouwen daaraan toe te kunnen voegen moeten gezien worden als een aanvulling op de bestaande operatie.

We hebben bij ons onderzoek gekeken naar de verschillende processen die er nu zijn om mogelijk risicovolle gebouwen aan de scope toe te voegen. Het is belangrijk dat een aantal van deze processen wordt verbeterd, vooral LOOV. Zo kunnen gebouwen die misschien niet aan de norm voldoen alsnog in de scope terechtkomen; in het bijzonder de gebouwen die zijn verzwakt door schade of een verbouwing.

Wat ons betreft gaat de overheid daarnaast actief op zoek naar gebouwen buiten de scope die mogelijk een risico lopen, omdat zij kwetsbare metselwerkwanden en/of rookkanalen hebben. Deze zoekactie (‘screening’) kan zich volgens ons in eerste instantie richten op oudere woningen, klassieke boerderijen en relatief hoge hallen of gebouwen met vides in de kern van het aardbevingsgebied (binnen de 0,1g PGA-contour).

Hoe zijn we tot onze conclusies gekomen?

Om te begrijpen waarom gebouwen op de lijst van de NCG staan, zijn wij nagegaan hoe de scope de afgelopen jaren tot stand is gekomen. Daarbij hebben wij bekeken welke uitgangspunten zijn gebruikt, en welke kennis.

Daarnaast hebben wij vijf verschillende onderzoeken uitgevoerd om te bepalen of het voldoende aannemelijk is dat de gebouwen buiten de scope aan de Meijdam-norm voldoen. Wij hebben dit gedaan op basis van bestaande gegevens, maar wij hebben ook nieuwe berekeningen laten maken. Daarbij hebben wij onderzocht welke overeenkomsten de gebouwen hebben die niet aan de norm voldoen, zoals het type gebouw of een bepaalde eigenschap. Ook hebben wij bestudeerd of de manier waarop mogelijke risicovolle gebouwen nu worden opgespoord – denk bijvoorbeeld aan LOOV en AOS – in de praktijk goed werkt.

Uiteindelijk hebben wij alle onderzoeksresultaten aangevuld en samengevoegd met (wetenschappelijke) kennis, expertise en ervaring uit de praktijk. Daarvoor hebben wij geput uit onze eigen kennis, aangevuld met die van andere experts, en ook uit de rijke ervaring van de organisaties, ingenieursbureaus en inspecteurs die zich dagelijks bezighouden met het schadeherstel en de versterking van gebouwen in Groningen. Zonder deze kennisbundeling hadden wij niet tot dit advies kunnen komen.

Tot slot

Helaas kunnen wij met dit advies de zorgen van de inwoners van Groningen niet volledig wegnemen. Wat wij wél kunnen doen en met dit advies beogen, is zicht geven op de gebouwen buiten de scope die eventueel nog risicovol kunnen zijn bij een aardbeving. Wij zijn ervan overtuigd dat het met onze aanbevelingen moet lukken om die gebouwen alsnog in beeld te brengen.