Home » 2 Toelichting op de scope

2 Toelichting op de scope

Voor het beantwoorden van de vragen is het allereerst belangrijk om te begrijpen wat de scope is en hoe deze tot stand is gekomen. Daarom geven wij in dit hoofdstuk een beknopte beschrijving daarvan. Ook gaan wij in dit hoofdstuk in op de manier waarop gebouwen binnen de scope beoordeeld worden en op welke aspecten daarbij wordt gelet. Deze kennis is nodig voor een goed begrip van de rest van het adviesrapport.

2.1 Wat is de scope?

Met de scope bedoelen wij de werklijst van de NCG met adressen in Groningen die bouwkundig worden opgenomen en daarna beoordeeld op hun veiligheid bij aardbevingen. Als een gebouw4 daarbij niet aan de Meijdam-norm voldoet, worden versterkingsmaatregelen ontworpen en uitgevoerd om het op norm te brengen. De scope is geen vaststaand gegeven, maar een lijst die nog altijd wordt aangevuld, hoewel steeds beperkter.

De contouren van de scope

De adressen in de scope liggen in een van de vijf aardbevingsgemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen of Oldambt. Ze liggen ook binnen de ‘0,05g PGA-contour’ zoals die op het moment van toevoegen was.5 Buiten deze contour en op locaties waar de NPR-webtool geen waarden oplevert, is er sprake van een dusdanig lage seismiciteit dat volgens de NPR 9998 geen veiligheidsbeoordeling hoeft plaats te vinden of versterking nodig is.

Het gebied dat binnen de PGA-contour valt, is gemiddeld genomen door de jaren heen geslonken, omdat de gaswinning steeds verder is afgebouwd en de seismische dreiging is afgenomen (zie ook figuur 1 hierna). Ook in de toekomst wordt een verdere afname van die dreiging verwacht.

De omvang van de scope

Op de peildatum voor dit advies, 30 juni 2022, zaten er 27.181 adressen in de scope. Medio 2022 heeft de NCG 3.005 van deze adressen op norm verklaard en 2.587 andere adressen op norm gebracht met versterkingsmaatregelen.6

De scope staat niet vast en wordt met enige regelmaat, maar steeds beperkter, aangepast. Dit gebeurt als wordt besloten om een nieuw adres eraan toe te voegen. Het kan ook voorkomen dat de scope wordt aangepast als een bestaand adres wordt gesplitst, het bijbehorende gebouw wordt gesloopt of bij nader inzien geen verblijfsfunctie heeft. Er worden geen adressen afgevoerd van de lijst als er sprake is van nieuwe (wetenschappelijke) inzichten of dalende risico’s. Een adres dat eerst binnen, maar inmiddels buiten de huidige 0,05g PGA-contour ligt, blijft ook in de scope en wordt opgenomen, beoordeeld en eventueel versterkt.7 Dit doet zich onder andere voor in de gemeente Oldambt.

Figuur 1 – Kaart van Groningen met de 0,05g PGA-contour (bij een herhalingstijd van 475 jaar) op verschillende momenten, gebaseerd op de tijdvakken in de NPR 9998. In grijs de vijf gemeenten waarin de NCG werkzaam is. De groene lijn geeft aan waar de 0,05g PGA-contour nu loopt. 

Buiten de scope

Gebouwen buiten de scope liggen in de vijf aardbevingsgemeenten en binnen de 0,05g PGA-contour, maar staan niet op de werklijst van de NCG. Deze gebouwen worden daarom niet opgenomen en niet beoordeeld op hun veiligheid. Het gaat om ongeveer 65.000 gebouwen.8

2.2 Hoe is de huidige scope tot stand gekomen?

De totstandkoming van de huidige scope is in 2015 gestart. Hieronder beschrijven wij de hoofdlijnen, gebaseerd op informatie van onder meer de NCG, het SodM en de Regio. Voor meer details verwijzen wij naar onze uitgebreidere beschrijving in bijlage B.

Ter introductie: er zijn veel verschillende manieren om dezelfde gegevens over de scope te presenteren, waardoor u misschien afwijkingen constateert met wat u eerder heeft gehoord of gelezen. Wij houden in onze beschrijving de meest gangbare indeling aan en delen de adressen toe aan het proces dat de aanleiding vormde voor toevoeging aan de scope, ook als het later bijvoorbeeld eveneens bij een ander proces bleek te passen. Daarnaast wordt soms gesproken over het aantal adressen en soms over het aantal gebouwen (dat meerdere adressen kan bevatten).

Adressen die nu in de scope zitten, zijn daarin om een van onderstaande redenen opgenomen:

In de loop der jaren zijn steeds minder gebouwen langs deze weg toegevoegd aan de scope.

Sommige van de hierboven genoemde processen worden nog steeds gebruikt om eventuele risicovolle gebouwen buiten de scope te identificeren. In hoofdstuk 4 gaan wij dieper in op de manier waarop die processen werken.
 
In figuur 2 vindt u het cumulatieve aantal adressen in de scope, uitgesplitst naar de oorspronkelijke reden van toevoegen. De aantallen van 2022 waren tijdens de analyse van de NCG-data nog niet volledig bekend.

Figuur 2 – Het cumulatieve aantal adressen in de scope, uitgesplitst naar reden van toevoeging.  
               Aantallen 2022 tijdens de analyse nog niet volledig bekend.

2.3 Hoe wordt een gebouw binnen de scope beoordeeld op veiligheid?

De beoordeling van de veiligheid van de gebouwen binnen de scope gebeurt door de NCG, die hiervoor ingenieursbureaus en bouwbedrijven inzet. Bij de beoordeling wordt bepaald of het gebouw, of delen daarvan, kan bezwijken onder invloed van de aardbevingsbelasting en hoe groot de kans is dat daarbij iemand komt te overlijden. Die kans mag niet groter zijn dan 1 op 100.000 (Meijdam-norm). Aan de hand van de typologieaanpak of een 1-op-1-beoordeling met de NPR 9998 (regulier of met de praktijkaanpak) kan worden geconcludeerd of het gebouw daaraan voldoet. Als dit niet het geval is, moeten maatregelen worden genomen om het gebouw te versterken. 

Het geheel of gedeeltelijk bezwijken van een gebouw wordt in de regel ingeleid door het bezwijken van stabiliserende elementen. De ervaring leert dat vooral dragende metselwerkwanden aandacht verdienen.
Er zijn twee manieren waarop een wand kan bezwijken bij een beving. Beide komen verderop in dit adviesrapport meerdere keren aan de orde:

Daarnaast kunnen ook niet-dragende bouwelementen loskomen die dragende bouwelementen zodanig beschadigen dat dit leidt tot het gedeeltelijk bezwijken van een gebouw. Deze elementen worden ook wel aangeduid als niet-seismisch constructieve elementen (NSCE). Dit zijn bijvoorbeeld hoge of zware niet-dragende scheidingswanden. Ook de zogenoemde ‘potentieel risicovolle bouwelementen’ (PRBE) vallen hieronder, zoals slanke gemetselde rookkanalen of zware ornamenten. Het bezwijken van deze niet-dragende bouwelementen leidt alleen in een aantal bijzondere situaties tot het bezwijken van een deel van het gebouw.

2.4 Samenvatting van de totstandkoming van de scope

De reconstructie van de totstandkoming van de scope (op hoofdlijnen) heeft ons een beeld gegeven van de kennis en principes die hieraan ten grondslag hebben gelegen.

Naar aanleiding van onze reconstructie, en vele gesprekken met allerlei partijen hierover, stellen wij vast dat de veiligheid voorop heeft gestaan en dat er gebruik is gemaakt van de beste kennis (op dat moment) over de sterkte van gebouwen. Ook is de scope door de jaren heen substantieel aangevuld op basis van informatie over eventuele risicovolle gebouwen bij lokale overheden en de NCG.

Daarnaast zien wij een daling in de seismische dreiging, als gevolg van de afbouw van de gaswinning. Zolang die afbouw plaatsvindt, neemt de noodzaak tot versterking van gebouwen af; zowel in omvang (aantal adressen) als intensiteit (maatregelen per adres).